
Geschiedenis
Tot in de 19de eeuw gebruikte men vooral zandsteen, graniet of kwarts als molenstenen voor wind- en watermolens, omdat deze stenen lokaal gevonden werden. In de 19de eeuw vond de fransman Sorel het "sorel-cement" uit. Hij maakte hiermee kunstmatig harde molenstenen door het harde mineraal korund toe te voegen. Korund is niets anders dan minder mooi gekleurde vormen van robijn en safier.
Molenstenen - ideaal voor fijn meel
Verschillen in de steensoorten resulteren in verschillen in de uiteindelijke kwaliteit van het meel.
Stenen uit de natuur zijn veelal zacht en vrij glad, ook het kunstmatig verruwen heeft meestal nauwelijks effect.
Stenen van korund - gegoten in cement van magnesium-oxide - zijn hard, maar ze zijn erg gevoelig voor inwerkingen van buiten.
Hawos heeft deze korund stenen verder ontwikkeld en aangepast aan molens voor thuisgebruik.
Het korund wordt gemengd met een moderne keramiekbasis. Dit mengsel wordt onder hoge druk in een molenvorm geperst en vervolgens bij een zeer hoge temperatuur in een oven gebakken.
Na het bakken wordt de zeer harde hawos molensteen met diamant bewerkt om optimaal te kunnen malen. Deze korund-keramiek steen is niet alleen extreem hard, maar ook bestand tegen invloeden van buiten zoals kleine steentjes en slijt dus nauwelijks tijdens gebruik.